Heb je weleens met opgetrokken wenkbrauwen naar alle termen op je loonstrook gekeken? Of overweldigd door alle cijfertjes ‘het zal wel goed zijn’ gedacht? Heel begrijpelijk, maar eigenlijk is dat best gek bij zo’n belangrijk papiertje. Daarom voor eens en altijd: de termen op je loonstrook uitgelegd.
Samen met Arco Man, salarisadministrateur bij Mediahuis, lopen we door de loonstrook heen. Voor het gemak maakten we ook een voorbeeld van een loonstrook, om het allemaal net wat duidelijker te maken.
Elke loonstrook ziet er namelijk weer anders uit. Zelfs binnen een bedrijf kunnen loonstroken verschillen.
Loonstrook uitleg en voorbeeld
Pak er een kop koffie en je eigen loonstrook bij en laten we ‘m doorlopen. Dan snappen we voor eens en altijd waar je salaris eigenlijk uit bestaat en waarom je bruto salaris anders is dan het bedrag wat er netto op je rekening wordt gestort.
1. Algemene info
Op iedere loonstrook is algemene informatie te vinden, over jou en het bedrijf. Hiermee bedoelen we bijvoorbeeld de naam en het adres van het bedrijf en jouw geboortedatum. Natuurlijk staat ergens op je loonstrook ook je bankrekeningnummer waar je hard verdiende centen op worden gestort. Dit soort gegevens spreken voor zich, dus daar gaan we verder niet op in.
Termen op loonstrook
De volgende termen zijn wel begrippen en afkortingen die je kunt tegenkomen en waarvan je wellicht denkt: ‘Wat staat daar in hemelsnaam?’:
- Medewerkerscode: het personeelsnummer waaronder je bij je werkgever bekend bent. (Verder ben je echt geen nummertje hoor!)
- Bedrijfscode: de code waaronder je werkgever bij het salarissysteem (bijvoorbeeld Visma) bekend is.
- Nummer inkomstenverhouding: werkgevers doen elke maand loonaangifte bij de Belastingdienst, en door dit nummer herkent de Belastingdienst wat voor dienstverband je hebt. Dat is verder voor jou dus niet interessant!
- Loonheffingskorting: loonheffing is de verzamelnaam voor de loonbelasting en de AOW-premie die je betaalt. Van de overheid krijg je korting op deze belasting. Hierdoor hoef je minder te betalen en houd je dus netto meer over van je salaris. Hier lees je meer over de loonheffing en of je de loonhefffingskorting altijd moet aanzetten of niet.
- Loonheffingstabel: hoeveel loonheffing je moet betalen en op welke kortingen je recht hebt, hangt af van het loonheffingstabel waar je in valt. Er zijn twee verschillende soorten: wit of groen. Als je in loondienst werkt, zal hier op je salarisstrook ‘wit’ staan. Op inkomen uit een uitkering (WW) en pensioen is de groene loonheffingstabel van toepassing.
- Jaarloon bijz. bel.: het jaarloon bijzondere belastingen wordt vastgesteld om te kijken hoe hoog het bijzondere tarief moet zijn. Dit is het percentage aan belastingen dat je moet betalen over bijzondere beloningen, zoals bijvoorbeeld je vakantiegeld, een bonus of overuren.
- Tariefpercentage: een mooi bruggetje naar deze term; dit is het percentage dat je over je bijzondere beloningen moet betalen.
Ook vind je in dit gedeelte informatie over je dienstverband. Wanneer ben je in dienst gekomen, heb je een schriftelijke arbeidsovereenkomst en heb je een contract voor onbepaalde tijd? Hier vind je ook of je onder een CAO valt, en zo ja, in welke functiegroep.
Ook nog goed om te weten:
- Minimumloon: het wettelijke minimumloon dat geldt voor jouw leeftijd.
- Deeltijdfactor: als je fulltime (en dus 100 procent) werkt, is de deeltijdfactor 1. Bij 20 uur per week, is de deeltijdfactor dus 0,5.
- Salaris uurloon: je bruto loon gedeeld door het aantal uren dat je gewerkt hebt.
2. De berekening (specificatie)
In dit deel worden alle vergoedingen en inhoudingen besproken. Je ziet eigenlijk hoe je netto salaris tot stand is gekomen.
Termen die handig zijn om te weten
- Belastb. loon: belastbaar loon. Je hoeft niet over je hele bruto salaris belasting te betalen. De pensioenpremie wordt er bijvoorbeeld eerst afgehaald. Hiervoor ga je namelijk pas belasting betalen als het pensioen wordt uitgekeerd (dan betaal je inkomstenbelasting). Het zou gek zijn als je twee keer belasting over je pensioen zou moeten betalen!
- SV loon: staat voor sociaal verzekeringsloon. Het bedrag waarover sociale verzekeringspremies als WW-uitkering (werkeloos) worden berekend.
- Pensioenpremie: de premie die jij betaalt voor je pensioen. Wat je niet ziet op je loonstrook is dat de werkgever ook het dubbele afstaat voor je pensioen. De verhouding is dus dat jij 1/3 voor rekening neemt, en de werkgever 2/3.
- Loonheffing: de verzamelnaam voor de loonbelasting en de AOW-premie die je betaalt.
- WGA-hiaat werknemer: dit is eigenlijk een arbeidsongeschiktheidsverzerkering. Als jij arbeidsongeschikt wordt en daardoor achteruit gaat in inkomen, wordt die terugval grotendeels door deze premie opgevuld.
Deze termen samen zijn het sub-totaal van vaste beloningen. Daaronder vind je nog eenmalige beloningen zoals een eventuele bonus en uitbetaling van je overuren (waar je ook nog loonheffing over betaalt). Ook eventuele reiskosten, de bijtelling voor je lease-auto, je thuiswerkvergoeding en een vergoeding voor de personeelsvereniging worden hier genoemd.
Staat er bij jou Heff. p. loon (heffingsplichtig loon) of LB/PR.VOLKSVZ. genoemd? Dit zijn synoniemen voor de loonbelasting en premie voor volksverzekeringen (oftewel: loonheffing).
Onderaan vind je natuurlijk ook het uit te betalen bedrag. Dit is het netto salaris dat je op je rekening gestort krijgt.🤔
Afkortingen?
Afkortingen die je eventueel zou kunnen tegenkomen en die wel wat opheldering kunnen gebruiken:
- WGA: arbeidsongeschiktheidsverzekering
- WW-we/AWF: premie voor het Werkeloosheidsfonds
- ZFW: ziekenfondspremie
- ZWV: bijdrage Zorgverzekeringswet
- ANW: Algemene nabestaandenwet
- WLZ: Wet langdurige zorg
- WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
- WW: werkeloosheidswet
- ZW: Ziektewet
3. Aantallen/cumulatieven
Gaan al die termen je inmiddels een beetje duizelen? Het ingewikkeldste gedeelte hebben we achter ons gelaten.
Termen die je bij dit onderdeel tegen kunt komen
- T/m periode: op je loonstrook zie je niet alleen de aantallen voor deze periode, maar ook t/m nu. Van het hele jaar dus. Op je loonstrook van maart waren dit dus januari, februari en maart bij elkaar opgeteld.
- LB dagen periode: heel simpel gezegd is dit het aantal werkdagen in deze periode. Het aantal dagen waarover je loonbelasting moet betalen.
- SV dagen periode: het aantal sociale verzekeringsdagen in deze periode. Het aantal dagen waarover je premies voor de sociale verzekeringen moet betalen..
In dit onderdeel kunnen ook zaken staan als reiskosten en overuren (en hoeveel je dit jaar tot nu toe hebt gekregen).
4. Bedragen
We zijn er bijna.
Termen uit dit onderdeel
- Salaris: je brutosalaris.
- Fiscaal loon: het salaris waarover je belasting betaalt (kijk nog maar eens naar onderdeel 2, waar het belastbaar loon werd uitgerekend).
- Loonheffing: de belasting en AOW-premie die je betaalt.
- SV loon: het loon waarover je werkgever premies betaalt (WIA, WW en ZW).
- Arbeidskorting: onderdeel van de loonheffingskorting (zie onderdeel 1).
- Persoonlijk Keuzebudget: steeds meer bedrijven bieden een persoonlijk keuzebudget aan, ook wel Individueel Keuzebudget genoemd. Hoeveel dit precies is en waaruit dit bestaat (bijvoorbeeld: vakantiegeld en eindejaarsuitkering), hangt af van je werkgever. Je bouwt dit bedrag dus per maand op en je kunt er al eerder voor kiezen om dit opgebouwde bedrag uit te laten betalen.
Dat is een hoop informatie in één artikel. Sla het artikel op om er later nog eens een keertje naar te kijken. Of klop eens aan bij de salarisadministrateur in je eigen bedrijf. Die legt de termen vast met alle liefde voor je uit!